“In het donker kletsen met mensen is het leukste wat er is” | Interview met Tim

Hoe ben je bij het muZIEum terecht gekomen?

“Helemaal onbekend in Nijmegen ben ik niet: momenteel zit ik in mijn tweede jaar van de studie Rechtsgeleerdheid aan de Radboud Universiteit. Een studie die veel tijd kost, zo’n 50 tot 60 uur per week.” Daarnaast heeft hij ook nog tijd voor zijn baantje bij het muZIEum, waar hij per toeval terecht kwam: “Ik was eigenlijk niet echt op zoek naar een bijbaantje, maar ik liep er toevallig langs met mijn ouders. Zij spoorden mij aan om te solliciteren en zo ben ik hier terecht gekomen.” Dat was geen verkeerde keus, want Tim heeft het goed naar zijn zin!

Wat vind je het allerleukste aan je werk bij het muZIEum?

“Het allerleukste aan mijn werk vind ik het contact met de bezoekers en kunnen kletsen in het donker. Het doel hiervan is natuurlijk om te onderwijzen, maar dat gebeurt op een leuke manier. Ik probeer de mensen die komen echt iets bij te brengen en ze bewust te maken dat ze bijvoorbeeld niet de fiets op de geleidelijnen moeten zetten.” Op een gemiddelde werkdag loopt Tim zo’n 4 tot 5 rondleidingen, waarin hij de meest uiteenlopende vragen krijgt. “Omdat ik jong ben, wordt er vaak gevraagd naar mijn liefdesleven, hoe ik date, etc.” Dat is niet het enige waar bezoekers iets over willen weten, want Tim’s bijzondere hobby roept vragen en interesse op. Hij zwemt namelijk bij de reddingsbrigade: “Het is een teamsport, en ik doe mee aan wedstrijden. Ik heb de papieren om strandwacht te lopen, maar dat ga ik niet meer doen, daar is mijn zicht te slecht voor geworden. Met het team hebben we meegedaan aan NK’s. We zijn zelfs een keer derde geworden, maar nu zijn we vooral een vriendenteam.” Niet een hobby die je elk dag tegenkomt, en iets waar de bezoekers maar al te graag dingen over willen weten.

Wat is er voor jou allemaal veranderd tijdens de sluitingen?

Tim werkt nog maar 6 maanden bij het muZIEum, en weet eigenlijk niet anders dan hoe het is om te werken tijdens een wereldwijde pandemie: “Het is allemaal iets afstandelijker. Dat is logisch, want voor ieders veiligheid blijf je op anderhalve meter van elkaar. In het donker ben ik daar dan ook constant mee bezig. Wanneer de bezoekers binnenkomen houd ik direct een veiligheidspraatje, dus het handhaven van de regels maakt het anders dan normaal. Momenteel zijn we natuurlijk voor de derde keer dicht. Dus met name in de zomerperiode heb ik veel gewerkt. Het meeste mis ik de collega’s en de gezellige bezoekers. Hoop dat ik iedereen snel weer kan ZIEn. Voor nu focus ik mij dus vooral op mijn studie.”

Vertel eens over je studie? Hoe pak je dat aan?

Voor zijn studie heeft Tim weinig extra aanpassingen, alles krijgt hij digitaal aangeleverd en zijn tentamens mag hij op zijn laptop maken. Door de coronacrisis is het studeren echter compleet anders geworden: “Doordat ik nu niet meer hoef te reizen, bespaart mij dat veel energie. Al mijn colleges worden online aangeboden. Voorheen mochten we eens in de twee weken voor 45 minuten onderwijs naar de universiteit komen. Dat is nu tijdelijk niet.” Tim geeft aan dat hij zeker weet dat studeren met een oogaandoening lastiger is dan voor zijn goedziende medestudenten. Het grootste verschil is dat hij veel meer tijd kwijt is met het lezen van teksten dan anderen. Een droom heeft Tim absoluut: “Ik wist al vanaf het begin van de middelbare school dat ik rechten wil studeren. Opkomen voor diegenen die dat zelf minder goed kunnen. Mijn droom is om rechter te worden, hier ben ik nog wel een aantal jaren voor aan het leren, maar ik weet dat het kan. Er is en bijna blinde rechter in Nederland, en ik wil heel graag met diegene meelopen.”

Tim is gids bij het muZIEum en slechtziend.