Blog - Verhuizen deel 2: van het elektriciteitskastje naar de deur (Doreen ter Beest)
Als straks de deuren van het nieuwe muZIEum openen, is het natuurlijk belangrijk dat wij als collega’s goed beslagen ten ijs komen. Dat doen we door in deze periode van klussen, inpakken en sjouwen ook met elkaar te trainen. Zo weten we straks precies wat er waar in ons pand gebeurt en wie wat doet om jou een zo bijzonder mogelijke beleving te bieden. Vanwege het nieuwe startpunt verandert daarnaast Expeditie ribbelroute. Na een paar keer oefenen zit ook deze kennis in de hoofden van de gidsen. Maar dat is allemaal zinloos als onze collega’s in de stad lopen te dwalen in plaats van op tijd zijn om jou te verwelkomen. Tijd dus om aan mij en al mijn blinde en slechtziende collega’s de route naar onze prachtstek te leren.
Weerkaatsing
“Even verderop hoor je dat de gevel ophoudt. Daar is de zijstraat met een zebrapad.” Collega Suzanne, een van onze ziende publiekscoördinatoren, doet goed haar best ons aanwijzingen te geven die wij direct kunnen opvolgen. Geen verwijzingen naar “die kant” of “na die winkel”, dus. Nadat we een tijdje vooral het getrippel van hondenpootjes en het getik van een taststok hebben gehoord, begint ze bewust even te praten om ons duidelijker te laten horen dat we een bloemenkiosk passeren. Ook afdakjes zijn het noemen waard. “Ik was me nooit eerder bewust van hoe Nijmegen er ‘boven’ mij uitziet. Afdakjes en uitstekende winkelpuien gebruik ik alleen om te schuilen als het regent. Dat die als herkenningspunt kunnen dienen vanwege de vervorming van geluid, is nieuw voor me”, aldus Suzanne. Een typisch muZIEumse eyeopener dus.
Gênant
Wanneer ik een nieuwe route leer, let ik vooral op zijstraten – hoeveel moet ik er oversteken voor ik af moet slaan? – en herkenningspunten die me laten weten waar ik me op de route bevind. Zoals bovengenoemde echo’s, geuren uit winkels, de weg die plotseling even omhoog loopt, het geluid van een fontein. Zaken die Suzanne voorheen vooral onbewust registreerde. “Voor mij is deze training geven een les in het gebruik van al mijn zintuigen: gehoor en reuk, kleurcontrast, wat je voelt onder je voeten.”
Als we de juiste straat kennen, volgt de volgende uitdaging: de ingang vinden. Ik geef mijn geleidehond bij de deur wat lekkers en verwacht dat zij na een paar keer precies weet wat ik van haar wil. Daarbij dringt het muZIEumrood van de gevel zelfs door tot mijn superslechte ogen; een fijne dubbele check. Er is immers weinig zo gênant als vol overgave ergens binnenwandelen waar je helemaal niet moet zijn – en ja, ik spreek uit ervaring. Suzanne wijst ons op andere zogeheten herkenningspunten: een boom, een elektriciteitskastje vlak naast de deur. Obstakels die ik niet tegenkom omdat mijn hond ze omzeilt, maar die voor iemand die een taststok gebruikt juist handig zijn om zijn locatie te bepalen of controleren. Ook de noppentegels voor de deur (daarnaast vaak gebruikt ter markering van onder meer oversteekplaatsen en bushaltes) zijn ideaal voor degenen die niet even snel kunnen kijken of ze bij het juiste gebouw zijn.
Eenrichtingsverkeer
Suzanne let ook op gemak en veiligheid. Zo meldt ze dat we beter aan een kant van de weg kunnen lopen, omdat er aan de overkant veel meer obstakels staan: terrassen, borden, fietsen. Ook vertelt ze of de zijwegen die we oversteken eenrichtingswegen zijn. Dat scheelt me in het vervolg in principe onnodig ‘beide kanten op luisteren’. “Als je op deze hoek wacht, ziet het verkeer je al lang en breed staan als ze aan komen rijden.” Kijk, nog zo’n nuttige mededeling. Wanneer ik zelf een onbekende route loop, schat ik op gehoor de situatie in en geef ik - zoals altijd - duidelijk met mijn stok aan wanneer ik ga oversteken, al mijn zintuigen op standje ‘alert’. Nu ik de situatie ken, scheelt dit onzekerheid en concentratie.
Raar idee
Ergens best frustrerend: ik woon al een aantal jaar in Nijmegen, maar zomaar een bepaalde plek in het centrum vinden blijft lastig. Terwijl we de route lopen, bedenk ik dat we nu vast winkels passeren die ik met vriendinnen al vaak bezocht. Dan ben ik echter drukker met kletsen dan met de route onthouden, en het in- en uitgaan van en zigzaggen door winkels helpt ook niet mee voor mijn richtingsgevoel. Als niemand me vertelt waar ik zoal langskom, heb ik vaak geen idee. Een collega die vandaag meetraint woont al jaren in het centrum. “Dat ik dan toch deze route moet leren, blijft een raar idee”, vindt ze. “Ik wil hem een keer goed gelopen hebben, zodat ik de locatie van het muZIEum weet ten opzichte van de plekken en wegen die ik goed ken. Als die eenmaal in mijn hoofd zit, vind ik het wel.”
Kortom, jij hoeft je als bezoeker nergens druk over te maken. Na deze training heeft niemand meer een excuus om te laat te komen. Reserveer dus snel je beleving, want we wachten op je!
Doreen is blind en werkt als communicatiemedewerker bij het muZIEum.