Blog - Leren lezen met je oren (Bart den Dekker)

Toen ik zo'n 18 jaar geleden slechtziend werd, moest ik een belangrijk onderdeel van mijn leven loslaten: het lezen. Ik stam nog uit de tijd dat je je vrije tijd met een boek doorbracht en zeker in onze familie zag je zelden iemand zonder. Het was ook nooit moeilijk wat je elkaar voor je verjaardag moest geven; wist je zo gauw geen boek, dan werd een boekenbon altijd met gejuich ontvangen.

De blindenbibliotheek
En toen verloor ik het grootste deel van mijn gezichtsvermogen. Daar zit je dan met je kasten vol en je kunt ze niet meer lezen! Gelukkig had ik wel eens gehoord dat er in Ermelo een blindenbibliotheek zat, dus maakte ik kennis met het verschijnsel luisterboek. Een prachtig fenomeen, waar ik inmiddels al duizenden uren gebruik van heb gemaakt.

Een cassette drama
Eerst ging dat met cassettebandjes. Mijn vrouw schrok zich rot toen er voor het eerst 3 plastic dozen door de brievenbus op het laminaat kletterden. Maar al gauw wende dat en er gingen heel wat bandjes heen en weer tussen mijn huis en de blindenbieb. Je moest een lijst opsturen met nummers van boeken die je wilde en zodra die beschikbaar waren, stuurde men ze naar je op. Na een week of wat wilden ze het boek dan weer terug, omdat iemand anders de bandjes ook wilde horen.

Dat was soms stevig aanpoten als je een dik boek had. Een boek als "De naam van de roos" van Umberto Eco duurde bijvoorbeeld ruim 22 uur. Dat was ongeveer 15 cassettebandjes, en je was soms ook met meerdere boeken tegelijk bezig. Soms ging zo'n cassettebandje kapot. Je recorder begon dan te slurpen en het hele lint moest je er dan uitpeuteren. Opsturen, nieuw bandje aanvragen, dat was een heel gedoe.

In de ban van de ring
Gelukkig staat de techniek niet stil en na de bandjes kwamen de Daisy-cd's. In plaats van op 20 bandjes kwam "In de ban van de ring" nu op één cd. Omdat deze cd's speciaal voor jou werden gebrand, hoefde je ook niet meer op een boek te wachten tot een ander het uit had. Én ze gingen niet meer kapot. Dat was een hele vooruitgang! Ook op de mat maakte zo'n plastic hoesje niet meer zo'n herrie als die dozen met cassettes.

Nog weer later kwam het downloaden en was het helemaal eenvoudig om te luisteren wat je wilde. Naar gesproken boeken moet je een beetje leren luisteren. In het begin ging ik vaak klusjes doen: aardappels schillen, de afwas, was opvouwen... Anders zat je wel heel passief naast je apparaat en het is niet zelden gebeurd dat ik ineens wakker schrok van de klik als het bandje was afgelopen. Zeker omdat niet ieder boek even spannend is of spannend is voorgelezen.

Heerlijk hoorspel
De meeste mensen kennen luisterboeken uit de Openbare Bibliotheek of de boekhandel. Die boeken zijn voorgelezen door acteurs of presentatoren. Maarten Spanjer, Ron Brandsteder, mensen met gevoel voor drama en stemgebruik. Bij de blindenbibliotheek, die tegenwoordig na een fusie of wat Passend Lezen heet, doet men het vooral met goedwillende vrijwilligers. Dat is best aardig, want iedere voorlezer is weer anders. Meestal zoekt men een voorlezer die een beetje verstand heeft van wat hij leest.

Zo heb ik nogal wat boeken over Nederlands-Indië beluisterd die werden voorgelezen door iemand met een Indische achtergrond. Heel handig bij het uitspreken van de Indonesische namen en uitdrukkingen. Leest iemand met een accent, dan kan dat de sfeer van het boek verhogen. Zo zijn de boeken van Toon Kortooms, die zich in de Peel afspelen, door een Brabander voorgelezen en de boeken van Simon Carmiggelt door een Amsterdammer. Dat is heerlijk luisteren, haast een hoorspel!

‘Obamákarré’
Toch hoor je ook wel eens dat mensen geen idee hebben wat ze eigenlijk voorlezen. Je hebt dat eigenlijk vaker bij gesproken kranten of tijdschriften dan bij boeken. Een boek kun je als voorlezer langer voorbereiden, een krant moet elke week opnieuw verschijnen. En je kunt ook niet overal verstand van hebben. Zo kwam ik een keer in een artikel een woord tegen dat me de wenkbrauwen deed fronsen. Het klonk als "obamákarré" en het kwam verschillende keren voor in een artikel. Toen ik het woord in mijn hoofd visualiseerde, begreep ik het ineens: Obama-care, het zorgsysteem van de toenmalige Amerikaanse president. Je moet het maar niet herkennen als lezer.

Afkortingsproblematiek
Ook afkortingen zorgen nog wel eens voor verwarring bij de voorlezers. Ik heb wel eens een stichting heilig horen verklaren. St. Present werd dan ineens Sint Present. En voor wie vertrouwd is met de Bijbel, is het niet moeilijk te raden dan Ps. 68:10 staat voor Psalm 68 vers 10. Maar wie minder bijbelvast is, leest dan bijvoorbeeld "Pee Es 68 dubbele punt 10".

Pas moest ik echt hardop lachen. Mijn vaste dagblad bevatte een artikel over de Marine. Daarin werd een oorlogsschip genoemd, en wel "Zr Ms Karel Doorman". Volgens de voorlezer staat dat niet voor "Zijner Majesteits", maar voor "Zuster Meester Karel Doorman"…

Ontzettend bedankt!
Toch zijn we als blinden en slechtzienden hartstikke blij, zowel met Passend Lezen als met al die vrijwilligers. Ze komen toch maar weer elke week naar de studio om mijn krantje voor te lezen of mijn favoriete tijdschrift. Zodat ik op de hoogte kan blijven van wat er in de wereld gebeurt, en niet, naast slechtziend, ook nog kortzichtig hoef te worden!

Bart is slechtziend en werkt als personeelscoördinator bij het muZIEum.